Ik kan er maar niet over hoe onverdraagzaam onze maatschappij is (geworden). Het gaat van kleine opmerkingen die je her en der hoort. Vaak gaat het om buitenstaanders, maar mensen rondom mij ontsnappen er ook niet aan. Ik zondig er ongetwijfeld zelf ook aan. Dan berisp ik mezelf. Even stilstaan zorgt ervoor dat ik verdraagzamer word. Al erger ik mij dan nog meer aan zij die onverdraagzaam zijn en ga zo maar door.
Is het de vele ballen die we in de lucht willen of moeten houden? Zijn het de vele prikkels rondom ons? Ligt het aan een groter wordende kloof die door een laagje aarde bedekt wordt? Ik weet het niet, maar iedereen heeft een mening over alles en nog wat. Die verkondigen ze wat al te graag online (vaak grote mond online, maar daar buiten…) of ze scheppen op onder vrienden. We leven in een maatschappij die mooie dingen brengt en toont, maar die vaak zum kotzen is.
Wat mijn vriendinnen en ik op de terugweg van TW Classic meemaakten, tart alle verbeelding. Om het ons comfortabel te maken, kozen we voor de nachttrein die ons tot in Brugge bracht. We waren mooi op tijd en de trein vertrok stipt zoals aangekondigd. Niet eens zo heel veel haltes later ontstond er wat rumoer in onze wagon. Aan de andere kant zagen we dat een man zich niet zo lekker voelde. Even nadien werd een oproep gedaan naar medisch opgeleide reizigers. Aangezien één van mijn vriendinnen een opleiding als verpleegkundige achter de rug heeft, ging ze polshoogte nemen. Blijkbaar was er ook een arts aan boord die het overnam. De man zag er toch niet zo goed uit en was op de weide al even tot bij de hulpdiensten geweest. Gelukkig maakten we net een stop en konden de hulpdiensten verwittigd worden. Wat daarna gebeurde, tart alle verbeelding.
De vierzit achter ons begon te jammeren en te klagen. Niet over het festival, niet over de organisatie, neen. Was het dat maar geweest, klagers heb je altijd. Volgens hen was de man, aan het wachten op de ambulance (!), zich aan het aanstellen. “Het was toch zeker niet nodig dat we daar zo lang aan dat perron moesten staan wachten.” Hun woorden, niet die van mij. Oh, en dat herhaalde zich zeker een kwartier lang. Uiteraard smeten ze er nog eens de belastingen bij. Ha, want daarvoor moesten ze betalen. Wij moesten op onze tanden bijten. Je weet nooit met wie je te maken hebt, dus hebben we onze mond gehouden. Gelukkig spraken enkele andere reizigers hen er alsnog op aan.
Het voorval lag lang op mijn lever. Ik vermoed dat ik het me nog wat meer aantrek omwille van Emma. Omdat iemand zoals haar voor zulke mensen ook weinig tot geen bestaansrecht heeft in deze maatschappij. Wat op onze trein gebeurde, is ook geen alleenstaand geval. Onze samenleving is zuur geworden. Verdraagzaamheid is ver zoek. Er is warmte, maar die komt niet altijd of meteen aan de oppervlakte.
Het is iets dat ik ook merk, overal is er commentaar en bij het minste irritatie of zelfs agressie 😐.
Ugh verschrikkelijk. En je zult het zelf maar zijn en dan alleen maar met dit soort mensen in de wagon zitten…
Ik snap dat ook oprecht niet, dat mensen zich dan druk maken in zoiets. En al helemaal als het dan dingen zijn waar ze zelf totaal geen last van hebben. Wat boeit het nu dat iemand een bepaalde outfit draagt of geen perfect Nederlands spreekt?
Ik merk het de laatste tijd ook vaker en vaker op, er is zelden nog begrip of verdraagzaamheid. Iedereen staat meteen met een oordeel klaar of om te klagen zonder dat ze de volledige context of achtergrond kennen. Nu ben ik zeker geen heilige en betrap ik mezelf er ook op hoor. Maar net als jij probeer ik me er bewust van te zijn, mezelf erop te berispen en vooral naar de ander toe begrip te hebben en niet meteen een oordeel te vellen of onverdraagzaam te zijn. Want wie is er nu gebaat bij die onverdraagzaamheid, dat geklaag en agressie? Niemand toch?